Waarom bloemkool geen vrucht draagt: een lijst met redenen

Zaden

Het is extreem moeilijk om de kwaliteit van zaad te bepalen bij aankoop. Het is belangrijk om de achterkant van de zaadverpakking zorgvuldig te bekijken. Daarop staat de variëteit vermeld aan de hand van de rijpingsdatum.

Elk ras (middenseizoen, vroeg of laat) heeft zijn eigen specifieke groeitijden en -vereisten. Het niet opvolgen van deze aanbevelingen kan ertoe leiden dat de kool geen kroppen vormt.

Video "Groeien"

In deze video ziet u hoe u kool in uw tuin kunt kweken.

Landingsplaats

Bloemkool groeit soms niet goed door slechte beplanting. Van zijn Syrische verwanten en voorouders heeft de plant een liefde voor licht en warmte geërfd. Veel ontwikkelingsachterstanden worden dan ook veroorzaakt door het planten in de schaduw (onder struiken, maïs en andere hoge gewassen). Te dicht op elkaar planten kan ook schadelijk zijn.

Kool kan echter ook schadelijk zijn in open maar winderige gebieden. Daarom is een goed verlichte en rustige plek de beste plek om deze groente te kweken.

Bodem

Er wordt vaak gedacht dat kool geen vrucht draagt ​​omdat hij in slechte grond groeit. Dit is maar half waar. De oorzaak van de ontwikkelingsachterstanden van de plant ligt in de aard van de bodem.

Voor een succesvolle teelt moet de grond neutraal zijn. Zure of basische grond verstoort de groeipunten van de plant. Hierdoor krijgen planten misvormde vormen. Van het vormen van koppen is in dit geval uiteraard geen sprake.

Vocht

Bloemkool wordt beschouwd als een vochtminnende plant. De plant moet echter royaal, maar nooit overmatig, water krijgen. De bodemvochtigheid mag maximaal rond de 80% liggen. Mulchen van de grond kan in dit geval helpen.

Overmatig water geven is zeer schadelijk voor de plant. Plant hem daarom liever niet in kuilen waar vocht blijft staan. Een lichte douche met de tuinslang, vooral 's avonds, kan geen kwaad.

Temperatuur

Wat moet je doen om ervoor te zorgen dat een bloemkool zich goed ontwikkelt? Zorg allereerst voor een goede temperatuurregeling. Een goede kieming vindt plaats in zonnige gebieden. De plant kan alleen goed groeien en zich goed ontwikkelen onder warme omstandigheden. De onderste bladeren van de groente kunnen echter temperaturen tot -5 °C overleven.

Maar bij temperaturen boven de 10 °C vertraagt ​​de koolgroei en worden de koolkoppen klein en grof. Voor een goede vruchtvorming is de ideale temperatuur daarom 15-18 °C. Regelmatig water geven en besproeien zijn essentieel.

Plotselinge temperatuurschommelingen (van hoog naar laag) zijn zeer schadelijk voor bloemkool. Zulke omstandigheden belasten de plant, waardoor de oogst soms misloopt. Tijdens warme periodes is het raadzaam de plant af te dekken met bladeren.

Topdressing

Bij meststoffen is het belangrijk om de dosering strikt te volgen. Zowel een tekort als een teveel aan voedingsstoffen en mineralen zijn immers even schadelijk voor gewassen.

Humus en organisch materiaal, zo'n 8 kilo per seizoen, zijn goede voedingsstoffen voor kool. Mineralen zijn essentieel voor de groente.

Nitrophoska wordt toegediend in een dosering van 0,1 kilogram per oppervlakte-eenheid en superfosfaat in een dosering van 0,01 kilogram. Stikstof is vooral gunstig voor de vorming van bladeren en kool. Het grootste deel van de meststof dient vóór het planten van de zaailingen te worden toegediend. Ook tijdens de actieve groei is bemesting echter toegestaan, mits de doseringen strikt worden nageleefd.

Plantdata

Het verplanten van kool naar de vaste plek moet plaatsvinden wanneer de temperatuur een constante waarde van 7 tot 10 °C bereikt. Plaats een kleine kas boven de jonge scheuten. De eerste scheuten zullen vrij snel verschijnen, dus u kunt de zaden een maand voordat u ze in de volle grond uitplant, zaaien. De jonge plantjes kunnen worden verplant zodra ze een paar blaadjes hebben ontwikkeld.

Ziekten

Soms wordt vruchtbeginselfalen bij kool veroorzaakt door plantenziekten. Deze kunnen verschillende oorzaken hebben, waaronder bacteriële, virale en schimmelziekten. Voorbeelden zijn knolvoet, zwartbenigheid, mozaïekziekte, geelzucht en slough- of vasculaire bacteriose. Hoewel deze ziekten moeilijk te bestrijden zijn, is preventie het beste door proactief in te grijpen. Preventie bestaat uit goede verzorging, goede bemesting en de selectie van hoogwaardige zaden. Koolplagen kunnen chemisch worden bestreden.

Problemen met de vorming van koolzaadeierstokken kunnen om verschillende redenen ontstaan. Het is daarom belangrijk om ze snel te herkennen en aan te pakken.

Video "Vertrekken"

In deze video ziet u hoe u kool moet verzorgen na het planten.