Beschrijving en tips voor het kweken van de vroege kersen Iput

Geschiedenis van gewasselectie

De hybride werd ontwikkeld door M. V. Kanshina en A. A. Astakhov, medewerkers van het Al-Russische Lupine Onderzoeksinstituut. De naam verwijst naar de rivier de Ipoet en het gelijknamige dorp waar het instituut gevestigd was. De ontwikkeling van de variëteit begon in de jaren 80 en in 1993 werd de kers uiteindelijk opgenomen in het Staatsregister van Veredelingsprestaties.

Beschrijving en kenmerken van de Iput-kers

Zoals alle hybriden heeft deze variëteit veel positieve eigenschappen van zijn ouderpaar overgenomen. Dankzij deze eigenschappen is de variëteit succesvol gebleken en wordt hij actief gekweekt door tuinders in de centrale, en soms zelfs noordelijke, regio's. Hieronder vindt u de kenmerken van de Iput-kers.

Beschrijving van de boom

Volgens het Rijksregister is de plant middelgroot. Een volwassen boom bereikt een hoogte van bijna vijf meter en onderscheidt zich door een dichte piramidale kroon. De diepgroene bladschijven zijn langwerpig met puntige uiteinden. Het oppervlak is gestructureerd, de randen zijn fijn gezaagd en de bladsteel is middelgroot. De bloeiwijzen zijn weelderig en vol, bestaande uit drie tot vier kleine, sneeuwwitte bloemen met een eenvoudige structuur.

Fruitkenmerken

Iputbessen zijn rond, licht hartvormig en wegen tussen de 5 en 10 gram. De schil is glad, glanzend en dicht, met een bordeauxrode tint. Volledig rijpe bessen worden bijna zwart. Het vruchtvlees is vlezig, sappig en scharlakenrood. De pit is middelgroot.

De kers smaakt vrij zoet, hoewel het suikergehalte niet hoger is dan 11%. De bessen bevatten ook slechts ongeveer 0,5% zuur. Op de smaakschaal kreeg de hybride een score van 4,6.

Rijpings- en vruchtperiodes

Iput is een vroegrijpe hybride. Hij bloeit van half april tot half mei en de oogst kan begin juli binnengehaald worden. Jonge zaailingen beginnen in het vierde tot vijfde jaar na aanplant vrucht te dragen.

Deze variëteit is gedeeltelijk zelfbestuivend, maar heeft een extra bestuiver nodig voor de beste vruchtzetting. Tuinders raden aan om hem naast Revna, Raditsa, Tyutchevka, Ovstuzhenka of Bryanskaya Rozovaya te planten.

Productiviteit en toepassingsgebied

Kersenbomen dragen regelmatig vruchten. Het Rijksregister vermeldt een productiviteit van ongeveer 30 kg per boom. Onder verschillende groeiomstandigheden kan dit echter variëren van 20 tot 50 kg per boom.

Kersen worden gewaardeerd om hun veelzijdigheid. Geoogste kersen kunnen vers gegeten worden of ingemaakt worden voor de winter. Ze zijn ook uitstekend geschikt voor compotes en sappen.

Droogtebestendigheid, winterhardheid

Deze variëteit wordt door tuinders gewaardeerd om zijn vorstbestendigheid, waardoor hij geschikt is voor teelt in gebieden met strenge winters. De plant is koudebestendig en gedijt bij temperaturen tot -30 °C.

De hybride verdraagt ​​ook warm en droog weer goed. Hij heeft geen frequente watergift nodig, maar overmatige vochtigheid kan de commerciële kwaliteit van de oogst beïnvloeden, waardoor de bessen kunnen barsten.

Voor- en nadelen van de variëteit

De Iput-kers kan worden beschouwd als een van de succesvolle experimenten van de kwekers uit Brjansk.

Video "Beschrijving van de Iput Cherry"

Deze video geeft een kort overzicht van de variëteitseigenschappen van het fruitgewas.

Het planten en verzorgen van de Iput-kersenboom

Talrijke positieve recensies geven aan dat tuinders dol zijn op deze hybride vanwege het onderhoudsgemak. Zelfs beginners kunnen Iput kweken, omdat de boom weinig tot geen speciale verzorging nodig heeft. We gaan hieronder dieper in op de plantoverwegingen.

Aanbevolen tijdsbestekken

De planttijd verschilt per regio. In het zuiden van het land kan de plant in het voorjaar of de herfst worden geplant. Tuinders raden de herfstmaanden aan, wanneer de boom volledig zijn bladeren heeft verloren.

In de centrale en noordelijke regio's kunt u het beste in het voorjaar planten, voordat de knoppen beginnen te verschijnen.

Voorbereidende fase

Iput groeit goed op zonnige, verhoogde plaatsen, beschut tegen tocht en harde wind. De grondwaterstand mag echter niet hoger zijn dan twee meter. De hybride geeft de voorkeur aan lichte, vruchtbare grond met een neutrale pH-waarde.

Stekken kunnen het beste in de buurt van andere kersenbomen worden geplant. Ze kunnen ook bij druivenranken en vlierbessen worden geplant. Bepaalde bolgewassen (narcissen, tulpen) of primula's kunnen ook onder de boom worden geplant.

Bij het kiezen van plantmateriaal adviseren tuinders om tweejarige zaailingen te kiezen met een goed ontwikkeld wortelstelsel. De stam moet glad en egaal zijn en een diameter hebben van minimaal 1,5 cm. Het is ook belangrijk dat de stek meerdere sterke takken heeft van 30-40 cm lang.

Landingsalgoritme

Om ervoor te zorgen dat jonge zaailingen goed wortelen, is het noodzakelijk om het volgende algoritme te volgen:

1. Graaf vooraf plantgaten van 100x100x80 cm met een tussenruimte van 3 m.
2. Meng de verwijderde grond met humus en superfosfaat.
3. Controleer het stekje nogmaals voordat u het plant.
4. Plaats een steun naast het gat.
5. Giet het voorbereide substraat in het gat.
6. Plaats de zaailing zo dat de wortelhals gelijk blijft met de ondergrond en bedek de zaailing vervolgens met de resterende grond. Druk de grond licht aan.
7. Maak een cirkel rond de boomstam en giet er 3-4 emmers water in.
8. Verspreid een laag mulch van droog gras of houtsnippers.

Water geven en bemesten

Tuinders adviseren om kersen op de volgende manier te bevochtigen:

• in het voorjaar, vóór de vorming van de eierstokken;
• 2 weken na het begin van de bloei;
• 20 dagen voor het rijpen van het fruit;
• voor de winter.

Jonge, eenjarige zaailingen worden één keer bemest met superfosfaat. In het tweede jaar wordt er rotte mest toegevoegd en in het derde jaar worden ze twee keer bemest – in mei en juni. Zodra de boom vrucht begint te dragen, wordt de frequentie verhoogd tot drie keer:

• in het vroege voorjaar, voordat het sap begint te stromen;
• aan het begin van de bloei;
• derde tien dagen van augustus.

Kroonvorming

Om een ​​goede oogst te garanderen, moet een boom correct gesnoeid worden, zodat er een meerlaagse kroon ontstaat. Vormsnoei gebeurt in fasen:

1. In het tweede jaar na het planten zijn er op een halve meter hoogte boven de grond nog maar twee paar takken over.
2. Het volgende voorjaar wordt een tweede laag gevormd, bestaande uit twee scheuten op een afstand van 50 cm van de onderste.
3. Vervolgens wordt de stam boven het tweede niveau afgezaagd, zodat er alleen één hoofdtak overblijft.
4. In de daaropvolgende jaren worden alle scheuten tot de helft teruggesnoeid.

Ook wordt er jaarlijks een hygiënische snoei uitgevoerd, waarbij verdroogde, gebroken of kromme takken worden verwijderd.

Behandeling tegen ziekten en plagen

De Iput-kersenboom is vrij resistent tegen infecties en wordt daarom zelden ziek. Meestal is een slechte verzorging de oorzaak. De hybride kan echter soms last hebben van de volgende ziekten:

• roest;
• Clusterosporiose;
• coccomycose.

Ter preventie en behandeling worden bomen behandeld met fungiciden, maar uiterlijk anderhalve maand voor de kap.

Ongedierte valt de hybride ook zelden aan. De enige insecten die aanzienlijke schade kunnen veroorzaken, zijn bladluizen en snuitkevers. Om de planten te beschermen, worden ze bespoten met insecticiden.

Beoordelingen van zomerbewoners

Het is geen wonder dat Iput door de kwekers in Bryansk als een succesvol experiment wordt beschouwd. Hoewel hij zich niet onderscheidt van andere variëteiten, is hij al een favoriet geworden onder veel tuinders.